Achtergrond informatie locaties Nachtresidenten 2025
Omgeving Oosterpark: rechts is het Sint Elisabeth Gesticht. Bron: Stadsarchief Amsterdam / Jacob Olie (26 juni 1894)

Hotel Arena / De Oosterparkbuurt
De Oosterparkbuurt was vóór de oorlog een Joodse buurt. In de straten rondom het Oosterpark trof je vele Joodse winkeltjes, Joodse kleermakers, diamantslijpers, marktkooplui, verpleegsters en leraren die daar woonden met hun gezin. Joden maakten toen tien procent van de stadsbevolking uit. Toen de Duitse troepen op 15 mei 1940 de stad binnentrokken over de Berlage brug werd Amsterdam bezet door de nazi’s. Al snel volgen talloze verboden en geboden die Joden isoleerden en uit de samenleving stootten. In augustus 1941 moest iedereen met minstens één Joodse grootouder zich registeren. Op 14 juli 1942 begonnen de deportaties. Joodse Amsterdammers tussen de zestien en veertig jaar moesten zich bij het Centraal Station meldden. Toen aan deze oproep te weinig gehoor werd gegeven, werden de mensen thuis opgehaald en verzameld op verschillende pleinen. Ook werden er op straat razzia’s gehouden. Van augustus tot december 1942 was het ‘s Gravesandeplein, waar het huidige Hotel Arena op uitkijkt, een van de verzamelplaatsen van Joden die door het Politiebataljon Amsterdam uit hun huizen waren gehaald. Dit bataljon, dat nauw samenwerkte met de Duitse bezetters, bestond uit gekazerneerde Nederlandse politiemannen die opgeleid waren in Schalkhaar. Vrachtwagens brachten de Amsterdamse Joden van het plein naar de Hollandse Schouwburg. Via Kamp Westerbork werden zij vervolgens in treinen naar de vernietigingskampen vervoerd. In de jaren tussen 1940 en 1945 zijn duizenden mensen uit de Oosterparkbuurt gedeporteerd en vermoord.

Hotel Arena was tijdens de oorlog het Sint Elisabeth Gesticht; een Rooms-Katholiek verpleeghuis voor zieke weesmeisjes. Het lag vlakbij het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG), gevestigd aan Oosterpark 9. Omdat de Duitsers de afdeling verloskunde in beslag hadden genomen, werd de afdeling in het Sint Elisabeth Gesticht ondergebracht. In 1944 viel het weeshuis in handen van de nazi’s. In het laboratorium van het OLVG werden door patholoog-anatoom Joannes Pompe onderduikers verstopt. Een radiodienst installeerde er in december 1944 een zender waarmee met bureau inlichtingen in Londen en Eindhoven kon worden gecommuniceerd. De zender is in februari 1945 ontdekt. Bij de inval sneuvelde de marconist Pierre Coronel. Op 22 maart 1944 sloten de Duitsers het Oosterpark af en namen het als wagenpark in gebruik. Op 4 mei 1945 schoot de Ordnungspolizei vanuit het park op mensen die houtblokjes aan het stelen waren. Johan van Es uit de Wijttenbachstraat fietste langs en werd dodelijk getroffen.

Bronnen:

  • Atlas van een bezette stad. Amsterdam 1940-1945, Bianca Stigter.  
Stadsarchief Amsterdam / Centraal Nederlandsch Fotopersbureau (CNF)

Stadsbestuur in het Stadhuis op de Oudezijds Voorburgwal 197
Tijdens de Duitse bezetting van Amsterdam (1940-1945) zetelde het stadsbestuur in het Stadhuis op de Oudezijds Voorburgwal 197, waar inmiddels Sofitel Legend The Grand Amsterdam gevestigd is. Dit pand, ook bekend als het Suikerhuis vanwege de vroegere suikerraffinaderijen, werd pas in 1988 vervangen door het huidige Amsterdamse stadhuis op de Stopera-locatie.
 

Tussen 1940 en 1945 werkte het Amsterdamse stadsbestuur grotendeels samen met de Duitse autoriteiten. Hoewel er enige weerstand was, werd in de praktijk veel beleid uitgevoerd in overeenstemming met de bezetter. Na het gedwongen vertrek van burgemeester Willem de Vlugt in 1941 werd de NSB’er Edward Voûte door de Duitsers aangesteld. Onder zijn bewind werkte de gemeente actief mee aan anti-Joodse maatregelen. De Amsterdamse politie en administratie speelden een belangrijke rol bij het opsporen en deporteren van Joodse inwoners. Ambtenaren voerden de bevolkingsregistratie door, wat de nazi’s hielp bij deportaties en verdere vervolging. De gemeentelijke trams speelden een beruchte rol in de deportatie van Joodse Amsterdammers. Ze werden door de bezetter ingezet voor het transport van gearresteerde Joden naar verzamelplaatsen zoals de Hollandsche Schouwburg en station Muiderpoort.  

Op korte termijn wordt het proefschrift van NIOD onderzoeker Jeroen Kemperman verwacht, die in opdracht van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam onderzoek doet naar de gemeentelijke diensten in de periode 1930-1950.

Herdenking bij Rozenoord Amsteldijk op 3 maart 1951 (Bron: Nationaal Archief, Carel Vogel)

Monument Rozenoord in het Amstelpark
Rozenoord verwijst naar de rozenkwekerij die omstreeks 1900 op deze plek zat langs de Amsteldijk. Het terrein werd door de gemeente Nieuwer Amstel gekocht om begraafplaats Zorgvlied uit te breiden, maar de Duitsers legden er een versperring aan tijdens de oorlog ter verdediging van Amsterdam. De bewaking kwam in handen van de Duitse politie, die ook fusillades uitvoerde. Eind 1944 werd deze plek een fusilladeplaats.  

In het laatste oorlogsjaar trad de Duitse bezetter steeds harder op tegen het verzet en voerde meer represailles uit. De Duitse berechting van Terroristen und Saboteure werd afgeschaft. Opgepakte (verzets)mensen kunnen voortaan als Toteskandidat gevangen worden gehouden totdat de gelegenheid zich voordeed hen als represaille – zonder enige vorm van proces – dood te schieten.  

Onder de vermoedelijk 140 gefusilleerde zaten onder andere Kees de Groot van de illegale krant Het Parool en Theo van Gogh, ook actief in het verzet. Het monument in het Amstelpark bestaat uit een vlaggenmast, een plaquette en een grasveld met lege stoelen. De meeste stoelen zijn voorzien van naam, geboortedatum en fusilladedatum, maar er staan ook lege stoelen tussen. Deze zijn geplaatst voor de slachtoffers waarvan de namen niet bekend zijn. Ieder jaar wordt er op 4 mei een herdenking georganiseerd bij het monument.  

(Plantage Middenlaan 4, bron: Stadsarchief Amsterdam / Internationaal Persfoto Bureau N.V.)

Desmet Studio’s
In 1879 opent er op de plek van de huidige Desmet Studio’s het eerste theater onder de naam Schouwburg Frascati. Het was een zomertheater. Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte het in verval en kwam het gebouw leeg te staan. In 1930 opent, na een flinke verbouwing, het Rika Hopper Theater, vernoemd naar de bekende actrice van dat moment. In 1938 komt het theater in handen van Johan Sellmeijer en veranderd de naam naar Beatrixtheater. 
 

Sellmeijer bleef tijdens het begin van de bezetting directeur van het theater en slaagde erin om het theater tot september 1941 open te houden voor algemeen, dus gemengd publiek. Daarna mocht alleen Joods publiek toegelaten worden en veranderde de naam in Theater van de Lach. Al een half jaar later moest het theater sluiten. Twee jaar laten opende het onder de naam Hortustheater.  

De vele anti-Joodse maatregelen die werden ingevoerd hadden grote impact op het leven van Joodse Amsterdammers. Naast dat ze niet meer naar theater mochten, werd ze onder andere de toegang verboden tot openbare parken, zwembaden, winkels van niet-Joden en markten. Zo werden ze uitgesloten uit het openbare leven om vervolgens gedeporteerd te worden. Dit gebeurde grotendeels vanuit de Hollandsche Schouwburg, vlak bij de huidige Desmet Studio’s.  

Tot 1942 was ook dit een theater, maar werd daarna de beruchte plek waar de nazi’s Joden gevangenhielden om ze vervolgens te kunnen deporteren. Tienduizenden werden hier opgesloten en vervolgens via Kamp Westerbork gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen. Nu is het een gedenkplaats voor de slachtoffers van de Holocaust.  

Kleine-Gartmanplantsoen 14, Bron: Stadsarchief Amsterdam)

Weteringschansgevangenis
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de Weteringschansgevangenis een beruchte plek in de stad. Er hebben hier in totaal tussen de 20.000 en 30.000 mensen gevangen gezeten. Veel Amsterdammers die door de Duitse Sicherheitsdienst zijn opgepakt op verdenking van verzetsactiviteiten worden hier vastgehouden en gemarteld.  

Verzetsstrijder Gerrit van der Veen is betrokken bij een bevrijdingsactie van de gevangenis in april 1944. Dertig gewapende verzetsmensen overvallen de gevangenis, maar de actie loopt uit op een drama. Van der Veen wordt geraakt, maar weet te ontsnappen. Later wordt hij op zijn verpleegadres gearresteerd. Op 10 juni 1944 wordt hij in de duinen van Overveen geëxecuteerd. 

Niet alleen verzetsmensen kwamen terecht in de gevangenis. Op de plek van het huidige Holland Casino staat de zogenaamde ‘Jodenbarak’. Anne Frank brengt hier op 6 en 7 augustus 1944 haar laatste nachten in Amsterdam door. Op 8 augustus 1944 gaan zij en haar familie vanuit hier naar het Centraal Station, waarna ze naar Westerbork worden gedeporteerd.  

 

 

Website by HOAX Amsterdam