Annie Cohen woonde met haar zusje Betty en ouders Max en Henny op de Tweede Oosterparkstraat 245 toen de oorlog uitbrak. Haar zoon Arjeh Kalmann – auteur van Leef gelukkig, over zijn moeder’s gezin – zal aan de hand van dagboekfragmenten, brieven, geluids- en filmopnames en foto’s het gezinsleven van de Cohennen in hun voormalige huis doen herleven.
Dit verhaal wordt om 10:00 en om 12:00 uur verteld.
Op nummer 245 van de 2e Oosterparkstraat woonde voor de oorlog Max Karel Cohen met zijn vrouw Henny en hun dochters Betty en Annie. Een tamelijk welgesteld, geassimileerd joods gezin dat uitgebreid beschreven is in het boek Leef gelukkig dat eind 2015 is uitgegeven door Atheneum Polak & Van Gelder. De schrijver van het boek, Arjeh Kalmann, is een zoon van Annie Cohen.
Op 26 maart 1942 trouwde Betty Cohen vanuit dit huis in de synagoge die nu onderdeel is van het Joods Historisch Museum. Daar is een film van bewaard gebleven, net als de geluidsopnames van alle voordrachten. Het was, in het holst van de oorlog, een onwaarschijnlijk grootse joodse bruiloft die eindigde met een spetterend feest in haar ouderlijke huis.
Vanuit 2e Oosterparkstraat 245 gingen Max, Henny en Annie Cohen op 13 juli van datzelfde jaar 1942 in onderduik, nadat Annie een oproep tot deportatie had gekregen. Verscholen achter meubelen in een verhuiswagen vertrokken ze om 6 uur ’s morgens naar Bussum, met achterlating van al hun spullen.
Max liet ook zijn oude moeder onderduiken, en Betty vluchtte met haar kersverse man naar Zwitserland. Allen overleefden de oorlog, maar ze zouden nooit meer naar de 2e Oosterparkstraat terugkeren. Te veel lege plekken in de straat en buurt. Onder meer Annies boezemvriendin Mona van Minde, die op nummer 250 woonde, kwam met haar ouders om in de gaskamers.