Els Deen, zelf geboren na de oorlog, vertelt over de familiegeschiedenis van haar vader Max Deen. Hij woonde in Betondorp samen met zijn ouders en zijn twee zusjes. In 1942 werd Max naar een werkkamp gestuurd in Ellecom terwijl zijn familie tijdens een razzia in Betondorp vanuit huis werd meegenomen. Alleen zijn jongere zusje Freddy was nog boven op haar kamer. Ze kroop onder de dekens in haar bed en verstopte zich daar. Uiteindelijk wist ze te ontsnappen naar de buren en met hulp van het verzet kwam ze in onderduik op de boerderij van de familie Boogaard in de Haarlemmermeer. Hier verbleef ze samen met honderden andere Joodse volwassenen en kinderen.
Max werd naar het werkkamp Ellecom gestuurd, ook wel ‘De Hel van Ellecom’ genoemd. Dit was het eerste werkkamp voor Joden in Nederland, waar mannen onder zeer slechte omstandigheden werkten aan de aanleg van een sporthal en turnzaal. Daarna is Max naar Westerbork gestuurd en vandaar uit naar verschillende kampen waaronder Auschwitz.
Dit programma maakt deel uit van de special: Joods leven voor, tijdens en na de oorlog in Betondorp .
Uitgelichte afbeelding: v.l.n.r. Willem Deen, Max Deen, Janny Deen, buurvrouw, dochter, moeder Betsy Deen, Freddy Deen (bron: privé archief Els Deen)