Als tijdens het werken aan een tentoonstelling over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd plotseling Iris’ eigen familiegeschiedenis in beeld komt, ontwikkelt ze dezelfde rugklachten als die waar haar Nederlands-Molukse vader al jaren last van heeft.
Kun je je iets herinneren wat je nooit hebt meegemaakt? Kun je generaties oude angst ervaren, zonder zelf te weten waar je bang voor bent?
Iris van Santen is projectleider bij het Rijksmuseum in Amsterdam. Daar werkte ze ruim drie jaar lang aan de in februari geopende tentoonstelling Revolusi! Indonesië onafhankelijk over de vrijheidsstrijd in voormalig Nederlands-Indië. En dan, na twee jaar voorbereiden, komt ook haar eigen familiegeschiedenis in beeld.
‘De tentoonstelling begon steeds meer vorm te krijgen en ik had het er steeds vaker over met mijn vader ,’ vertelt Iris. ‘Toen kreeg ik van hem een document van mijn opa waarin stond dat hij zich in 1945 had aangemeld als oorlogsvrijwilliger, precies op dat moment ging het in het projectteam veel over die beginperiode. Ik heb het document en enkele brieven benoemd in een vergadering en toen kwam het ineens allemaal heel erg dichtbij.’
Hans van Santen, de opa van Iris, was een zoon van een Nederlandse vader en een Indische moeder. Hij was zeventien jaar oud toen hij zich aanmeldde om te gaan vechten in Nederlands-Indië. Toen waarschijnlijk nog in de veronderstelling dat hij de Indische bevolking van de Japanse bezetting kwam verlossen, werd Hans uiteindelijk onderdeel van het leger dat de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd de kop in moest drukken. In november 1946 vertrok Hans naar Medan en in juli 1947 schreef hij de brief waar Iris ruim 75 jaar later, stamelend en met haar hart in haar keel, in een vergadering in het Rijksmuseum over begint.
‘Hij schrijft dat hij enige dagen geleden in de Chinese kampen is geweest,’ vertelt ze. ‘Dat zes vrouwen hun buiken waren opengesneden en dat nog vele anderen op wrede wijze verwond zijn geraakt.’ ‘Ik snap er in ieder geval geen klap meer van,’ eindigde Hans zijn brief.
In de jaren die volgden nam Hans de oorlog mee naar huis. Zijn vrouw en kinderen maakte hij onbewust deelgenoot van zijn strijd. De situatie was onveilig thuis, vertelt Iris in Als geschiedenis in je opstaat (VPRO OVT), ook voor haar vader Gerard. Hij zou er zijn leven lang een diepe rugpijn aan overhouden.
Niet mijn angst
Naarmate Iris zich verder verdiept in het verhaal van haar opa Hans, ontwikkelt ook zij steeds meer fysieke klachten. Ze slaapt slecht, krijgt hartkloppingen, voelt spanning en pijn in haar buik en uiteindelijk, net als haar vader, in haar rug.
Bij een lichaamscoach gebeurde er iets merkwaardigs. ‘Mijn hele lichaam verstijfde,’ vertelt Iris. ‘Mijn gezicht trok helemaal strak en ik kon niet meer goed praten. Ik had het gevoel dat ik een masker op had. Het was een angstige ervaring, maar ik wist zeker dat het niet mijn angst was die ik voelde. Ik kon alleen maar aan mijn vader en mijn oma denken.’
‘Ik dacht dat het mijn verleden was, niet het jouwe,’ zegt Gerard in Als geschiedenis in je opstaat tegen zijn dochter. ‘Toen ik het hoorde dacht ik: dat gun ik niemand, dat wil ik niet. Waarom moet iets waarvan ik dacht dat het van mij was overgaan op mijn kinderen? Ik wil juist dat zij daar helemaal niet door belast worden.’
Iemand moet opruimen
Of trauma erfelijk is, weet Iris nog steeds niet zeker. Maar dat het belangrijk is dat er over pijn uit het verleden gesproken wordt, daarvan is ze overtuigd. ‘Of het nou een generatie lang heeft geduurd, of drie of tien, dat maakt niet uit,’ zegt Maurits de Bruijn, auteur van Ook mijn holocaust, in een gesprek met Iris en Marjolijn in de tweede aflevering van de podcast. ‘Maar iemand moet wel opruimen. Alles wat je niet opruimt, zal in de volgende generatie weer opduiken.
‘Ik heb twee kleine kinderen,’ zegt Iris. ‘Wat ik aan hen doorgeef, daar heb ik heel bewust bij stilgestaan. En ook bij wat ik ze juist aan rijkdom kan meegeven als ik wél de verhalen ken. Dat ik niet hoef te zeggen: daar moet je niet naar vragen, daar praten we niet over. Dat wilde ik niet.’
Ik ben Indisch
‘Ik voelde ineens de sterke drang om te weten waar ik vandaan kom,’ zei Iris in maart tegen haar collega’s. ‘Want ik moest toch een antwoord kunnen geven op wat het betekent om Indisch te zijn.’
Of Iris dat antwoord inmiddels gevonden heeft? ‘Mijn vader zegt nu heel trots dat hij op Ambon is geboren, dat hij Moluks is. Terwijl hij zich eerst gewoon Nederlands voelde, voelt hij zich nu meer verbonden met zijn Indische en vooral zijn Molukse achtergrond. En met zijn grootmoeder waar hij altijd een geweldig sterke band mee heeft gehad. Voor mij geldt dit ook. Dit stukje van mij mag er zijn, ik hoef het niet weg te stoppen. Nu kan ik volmondig zeggen: ik ben Indisch. En wat dat dan precies is? Weten waar ik vandaan kom en daar trots op kunnen en mogen zijn.’
Als geschiedenis in je opstaat is een driedelige podcast van de VPRO, NPO Radio 1, OVT, Stichting Marjolijn van Heemstra en het Rijksmuseum en wordt mede mogelijk gemaakt door Dutch Culture. De tentoonstelling Revolusi! Indonesië onafhankelijk is nog t/m 5 juni 2022 te zien in het Rijksmuseum. Als geschiedenis in je opstaat is te beluisteren in je favoriete podcastapp of op vpro.nl/programmas/ovt.