Stadswijk IJburg is pas rond deze eeuwwisseling met zand opgespoten en in snel tempo zijn woningen gebouwd Amsterdam had er een nieuwe, dynamische stadswijk bij. Tot die tijd was dit deel van het IJmeer slechts watergebied. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vinden de enige oorlogsomstandigheden plaats op het naburige Zeeburgereiland en Schellingwoude, waar de Duitse Luftwaffe een luchtbasis (‘Fliegerhorst Schellingwoude’) hebben ingericht. In de luchtoorlog neergestorte Engelse en Duitse vliegtuigen worden vanaf hier geborgen. Daarnaast leggen Duitse vliegtuigen vanaf hier mijnen voor de Britse kust. Ook maken ze verkenningsvluchten boven de Noordzee en voeren luchtaanvallen uit op Britse steden. Een enkele keer is het vliegkamp zelf doelwit van geallieerde beschietingen.
De Ondergedoken Camera
Strikt genomen is op IJburg tijdens de oorlog niets gebeurd. Vanuit de bewoners van de snelgroeiende woonwijk groeit echter de behoefte een eigen gedenkplaats te creëren om op 4 mei bijeen te komen en te herdenken. Aanknopingspunt wordt gevonden bij de vernoeming van straten op IJburg naar fotografen die tijdens de Duitse bezetting deel uitmaakten van een illegaal Fotografencollectief, dat na de oorlog bekend is geworden onder de naam ‘De Ondergedoken Camera’.
Onder de fotografen gevestigde, maar maar ook aankomende talenten. Zo zien we straatnamen terug van Cas Oorthuys, Ad Windig, Violette Cornelius, Krijn Taconis,, Emmy Andriesse en Marius Meijboom.
Fritz Kahlenberg en Tony van Renterghem zijn de stuwende kracht achter het werk van deze beroepsfotografen. Beiden zijn diep betrokken bij allerlei illegaal werk. Zij organiseren dat de fotografen heimelijk de gevolgen van de oorlog vastleggen; onderwerpen die door de fotografen van de persbureaus op last van de Duitse censuur angstvallig werden gemeden.
Ook wordt de erbarmelijke leefsituatie in de laatste oorlogsmaanden op foto vastgelegd . Tijdens deze ‘Hongerwinter’ lijdt de bevolking in het westen van Nederland onder de honger en kou. De vaak aangrijpende opnames van hongertochten, lange rijen voor de voedsel uitdeelposten, bedelaars, zieken en uitgehongerden worden in het geheim overgebracht naar Londen om de Nederlandse regering in ballingschap en vooral de geallieerde legerleiding te overtuigen van de noodsituatie in bezet Nederland. Met gevaar voor eigen leven worden daarnaast foto’s gemaakt van Duitse stellingen en versperringen. Met een verborgen camera worden razzia’s en executies gefotografeerd. Soms vanuit het raam van een woning. De vitrage of overgordijnen worden dan even opzij geschoven. Soms is de camera verstopt onder een jas of wordt door een speciale opening in een tas snel een opname gemaakt.
Vanaf 2014 is het Ed Pelsterpark op 4 mei IJburg’s vaste herdenkingsplek. Het eerste tijdelijke gedenkteken is een ‘mobiel’ monument met aansprekende foto’s van fotografen van de Ondergedoken Camera. De afbeeldingen herinneren aan de jaren 1940-1945. Zij roepen associaties op met bezetting ,onderdrukking, vervolging en geweld. Daarnaast wordt nadrukkelijk stilgestaan bij allen die vandaag de dag in oorlogsomstandigheden leven en lijden door terreur.
Dr. Erik Somers is historicus en promoveerde in 2014 aan de UvA op het proefschrift 'De oorlog in het museum. Herinnering en verbeelding'.
René Kok is beeldonderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies.