Lokale herdenkingen
Herdenking Weteringschans
Het buurtcomité organiseert elk jaar een drukbezochte herdenking bij het monument dat herinnert aan de dramatische represaille die op deze plek plaatsvond, slechts een paar weken voor de bevrijding.
25 maart 2024 - door René Kok & Erik Somers

Het monument de ‘Gevallen Hoornblazer’ van ontwerper Gerrit Bolhuis op de Weteringschans is in september 1954 onthuld. Op een sokkel ligt een in brons gegoten, neergeschoten verzetsstrijder die nog een laatste poging doet om de hoorn aan de mond te zetten om tot de strijd voor de vrijheid op te roepen. Een buurtcomité organiseert elk jaar een drukbezochte herdenking bij het monument dat herinnert aan een dramatische gebeurtenis die op deze plek plaatsvond, slechts een paar weken voor de bevrijding.

Aanleiding is een Duitse inval in een woning aan de overkant van het monument, op Stadhouderskade 56, in de nacht van 10 op 11 maart 1945. Het pand blijkt het hoofdkwartier van een verzetsgroep te zijn. Er ontstaat een schietpartij waarbij de SS’er Ernst Wehner dodelijk wordt getroffen. De Duitse bezetters zijn woedend en zinnen op wraak. Ze willen niet voor het eerst een afschrikwekkend voorbeeld stellen. In de vroege morgen van 12 maart worden vanuit het nabijgelegen Huis van Bewaring aan het kleine Gartmanplantsoen, naast waar nu muziekgebouw Paradiso is, dertig willekeurig gekozen gevangenen geboeid naar buiten gevoerd. Duitse soldaten houden hen onder schot. Er staan vrachtwagens klaar. De mannen klauteren in de voertuigen. Het hoofd van de Sicherheitsdienst (SD), Willy Lages is erbij en kijkt toe. De gevreesde Duitse politieman heeft de opdracht voor de wraakactie gegeven. De mannen die hij uit de cel heeft laten halen zitten vast voor verzetswerk, maar hebben niets met het voorval te maken. Het is maar een korte rit naar het plantsoen op de Weteringschans. Intussen dwingen Duitse soldaten willekeurige voorbijgangers naar het plantsoen te gaan en halen een aantal omwonenden uit hun huizen. Zij zullen getuigen zijn van het afschuwelijke dat staat te gebeuren. De vrachtwagens rijden het plantsoen op en de laadkleppen gaan open. De eerste tien mannen worden uit de vrachtwagen geduwd en in de richting van de waterkant gestuurd. Voor een langgerekte vuilnishoop worden ze opgesteld tegenover een vuurpeloton van leden van de Grüne Polizei. Een SS-officier spreekt een korte verklaring uit: “Wegens een laffe moordaanslag op een lid der bezettingsmacht zullen dertig terroristen en saboteurs standrechtelijk worden doodgeschoten”. Kort daarop klinkt het commando ‘vuur’ en vallen de slachtoffers dood neer. De mannen, vrouwen en zelfs kinderen die gedwongen kijken, wenden hun gezicht af. Met slagen van geweerkolven wordt duidelijk gemaakt dat ze moeten blijven kijken. Kort daarop staan de volgende tien mannen klaar en herhaalt zich het gruwelijke tafereel. Daarna worden de laatste tien mannen doodgeschoten. De Duitse terreur heeft een dieptepunt bereikt. De jongste is de 19-jarige Arie Verwoerd. Drie dagen eerder is hij door twee Nederlandse politieagenten aangehouden voor een controle van zijn identiteitsbewijs. De agenten bekeken zijn persoonsbewijs nauwkeurig en zagen dat ermee geknoeid was. De oudste is de 58-jarige Willem van Velzen.

Weteringplantsoen 12 maart 1945. Onbekenden leggen een rood-wit-blauwe vlag op de plek waar dertig Nederlanders zijn doodgeschoten. Een kort eerbetoon, de Duitsers zouden de vlag onmiddellijk weer verwijderen. (Bron: NIOD, Cas Oorthuys)

De vergeldingsactie heeft niet meer dan twintig minuten geduurd. Na het laatste vuursalvo marcheert het vuurpeloton af. Ook de Duitse soldaten die zich met de omstanders hadden bemoeid vertrekken. De bezetter laat als een afschrikwekkende waarschuwing de lijken van de slachtoffers nog uren liggen voordat ze met een vrachtwagen zullen worden opgehaald. Na enige tijd duiken er twee mannen op. Zij eren de slachtoffers door een grote Nederlandse vlag over de lichamen te leggen. Pas later blijkt er ook nog een 31ste slachtoffer te zijn gevallen: dominee Jan Koopmans. Als verzetsman is hij ondergedoken in een woning aan de Stadhouderskade, recht tegenover het Weteringplantsoen. Daar staat hij voor het raam toe te kijken tot een verdwaalde kogel hem dodelijk raakt.

René Kok Beeldonderzoeker bij het NIOD
René Kok is beeldonderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies.
Erik Somers Historicus bij het NIOD
Dr. Erik Somers is historicus en promoveerde in 2014 aan de UvA op het proefschrift 'De oorlog in het museum. Herinnering en verbeelding'.
Website by HOAX Amsterdam