In het gebouw waar nu het Gerrit van der Veen College zit, bevond zich tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse inlichtingendienst. Veel verzetsmensen werden hier vastgehouden en gemarteld.
Weinig plekken in Amsterdam boezemden in de Tweede Wereldoorlog meer angst in dan de Euterpestraat, de huidige Gerrit van der Veenstraat. De straatnaam stond synoniem aan marteling en terreur. ‘Jij gaat naar de Euterpestraat’ was een veelzeggende uitdrukking. De straatnaam had na de oorlog nog zo’n negatieve bijklank dat het stadsbestuur besloot de naam te veranderen en de straat te vernoemen naar verzetsheld Gerrit van der Veen, die hier werd verhoord.
11:00 uur: schooldirecteur Jan-Willem Dienske
Jan-Willem Dienske is de huidige directeur van het Gerrit van der Veen College. Hij is de kleinzoon van Hendrik Dienske, verzetsman uit Schiedam. Hendrik Dienske werd in 1944 opgepakt en hier verhoord. Hij overleed vlak voor het einde van de oorlog in februari 1945 in het concentratiekamp Neuengamme. Jan-Willem houdt kantoor in exact dezelfde ruimte waar SD-baas Willy Lages zat. In Dienskes werkkamer hangt een fotocollage van zijn grootvader Hendrik, van verzetsman Gerrit van der Veen, en het schoolgebouw. Op 4 mei vertelt schooldirecteur Jan-Willem Dienske het verhaal van grootvader Henk.
12:00 uur: Frank van Kolfschooten
Op vrijdagochtend 30 oktober 1942 verschijnt in het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst, gevestigd in een school op Euterpestraat 99 (het huidige Gerrit van der Veencollege aan de Gerrit van der Veenstraat), het echtpaar Henk en Jo van de Bunt uit Bloemendaal. Ze hebben een baby van acht maanden bij zich, een jongetje met blauwe ogen en donkerblond haar. Het is niet hun eigen kind, maar een vondeling die ze twee weken eerder hebben aangetroffen op de stoep van hun huis aan de Duinwijckweg 1 in Bloemendaal, met een flesje melk ernaast. Ze hebben zich ontfermd over het jongetje en het aangegeven bij de Burgerlijke Stand onder de naam Remi van Duijnwijck.
Henk van de Bunt heeft de vondst van Remi ook aan de politie gemeld, die een onderzoek is begonnen en oproepen in de krant heeft geplaatst, om te achterhalen wie de ouders zijn. De Sicherheitsdienst heeft ook kennisgenomen van deze berichten en roept de Van de Bunts op om met Remi naar de Euterpestraat te komen, voor een confrontatie met mogelijke ouders. Dat bezoek verloopt anders dan zij hadden verwacht. De pleegouders moeten Remi tot hun ontzetting achterlaten en het jongetje wordt van de Euterpestraat overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan, waarvandaan die vrijdagmiddag een transport van een grote groep Joden zal vertrekken naar Kamp Westerbork. Pas later horen de pleegouders dat Remi is overgebracht naar de Joodse crèche aan de overkant van de Hollandsche Schouwburg. In de vijfenhalve maand dat hij in die crèche verbleef, werd hij de lieveling van leidsters en bewakers. In april 1943 transporteerden de nazi’s Remi naar de Wezenbarak in Kamp Westerbork. Op 21 mei 1943 werd hij in Sobibor vergast, zestien maanden oud.
Een crèchefoto van Remi in de box werd na de oorlog symbool voor de massamoord op bijna 18.000 onschuldige Joodse kinderen. Remi’s echte naam – Koen Gezang – werd pas in 2002 bekend nadat zijn twaalf jaar oudere broer Eddy had uitgezocht wat er met Koen was gebeurd. Eddy en zijn vader Maurits hadden de oorlog met valse papieren weten te overleven in Frankrijk; moeder Florence was vermoord in Sobibor.
Journalist Frank van Kolfschooten vertelt op 4 mei over zijn onderzoek voor de dubbelbiografie ‘Remi’, waarin hij de dramatische geschiedenis van de twee broers heeft gereconstrueerd aan de hand van ongepubliceerde herinneringen van Eddy, archiefonderzoek en gesprekken met nabestaanden.
14:00 uur: de zangeressen van ‘Door de nacht klinkt een lied’
Vriendinnen Gisela Söhnlein en Hetty Voûte belandden samen in verschillende concentratiekampen. Daar maakten ze liedjes om te overleven. De zangeressen van ‘Door de nacht klinkt een lied’ zingen hun cabareteske concentratiekamp liedjes. https://www.doordenachtklinkteenlied.nl
15:00 uur: Wiebe de Graaf
Op 22 juli 1943 schoot de negentien jarige Sape Kuiper tandarts de Jonge Cohen in zijn eigen praktijk dood. In een poging te vluchten werd hij opgepakt en naar het beruchte hoofdkantoor van de Sicherheidspolizei op de Euterpestraat gebracht voor verhoor. Op 1 oktober 1943 is hij samen met achttien anderen in de duinen bij Overveen gefusilleerd. Op het moment van Sape’s arrestatie zat zijn oudere broer Bram al vast in het Oranjehotel in Scheveningen. Ook hij was actief in het verzet. Bram werd 22 dagen na zijn jongere broertje gefusilleerd. Beiden liggen nu begraven op de erebegraafplaats in Bloemendaal.
Wiebe de Graaf, kleinzoon van de zus van Bram en Sape en schrijver van het boek over de familie Taco Kuiper en de dood, vertelt over de invloed van de gevangenschap en het verlies van de broers op de rest van het gezin.
Foto: Stadsarchief Amsterdam, Fotopersbureau Holland