De Tweede Wereldoorlog is een van de donkerste periodes uit onze geschiedenis. De regering stond voor onvoorstelbare uitdagingen, maar één daarvan was: hoe bescherm je een waardevolle kunstschat als de Nachtwacht tegen de kracht van oorlogsgeweld? Docent Peter Wagemakers neemt je tijdens deze lezing mee in de strategische beslissingen die de overheid nam. Waren het de juiste?

Een geheime reis
Toen het eind jaren ’30 steeds duidelijker werd dat de wereld zich aan de vooravond van een nieuwe wereldoorlog bevond, begon de overheid met voorbereidingen om de kunstschatten te beschermen. Daarbij was De Nachtwacht aangemerkt in de belangrijkste categorie. Zo werd er voor deze kunstschat een speciale opening toegevoegd aan de vloer van de Nachtwachtzaal, zodat het schilderij op straatniveau kon worden neergelaten. Daardoor kon het schilderij makkelijk het museum verlaten naar een veilige bestemming.

Van kastelen tot schuilkelders
Toen de oorlog een feit was werd De Nachtwacht meerdere malen verplaatst, van kastelen tot schuilkelders. Het was allemaal niet zonder risico. Het schilderij werd zelfs een keer opgerold en in een stalen cilinder vervoerd om het veilig te houden. Dat is gelukt! Na de bevrijding keerde het meesterwerk terug naar Amsterdam, via een route door België, omdat de Nederlandse waterwegen deels onbegaanbaar waren. Dit was het enige moment in de geschiedenis dat De Nachtwacht Nederland verliet.

Meer weten over de reis van de Nachtwacht tijdens de Tweede Wereldoorlog? Schrijf je in voor de lezing De Nachtwacht in oorlogstijd.