In haar huis portretteerde fotografe Annemie Wolff-Koller talloze Amsterdammers. Peter Kahn die als zesjarige voor haar camera zat vertelt. An Huitzing schreef samen met Tamara Becker een boek over de mensen die Annemie gefotografeerd heeft. Zij vertelt over deze fotografe en haar klanten.
Dit verhaal wordt verteld op zaterdag 4 mei om 12:00 en 13:00 uur.
Fotografe Annemie Wolff-Koller (1906-1994) was in 1933 met haar joodse man Helmuth Wolff uit Duitsland gevlucht. Twee jaar later kwamen zij op de Noorder Amstellaan 157-III te wonen, de latere Churchill-laan. Zij werkten als zelfstandige fotografen. Ze leverden onder andere beeldmateriaal aan een veelvoud van opdrachtgevers waaronder de Gemeente Amsterdam, de haven, Schiphol en diverse tijdschriften. Ze richtten ook een eigen tijdschrift op en hielden lezingen over de toen zeer moderne kleinbeeldfotografie.
Na de Duitse inval, op 10 mei 1940, probeerde het stel zelfmoord te plegen. Een poging die Annemie overleefde en Helmuth niet. Tijdens de bezetting kon Annemie Wolff niet meer in de haven en op Schiphol fotograferen en zocht ze naar andere middelen van bestaan. In 1943 begon zij een portretstudio aan huis, in haar woonkamer. Dat werk deed ze tot acht jaar na de oorlog, terwijl ze vanaf 1945 haar favoriete havenfotografie weer oppakte.
In 2008 vond Simon B. Kool – die onderzoek deed naar leven en werken van Annemie en Helmuth Wolff – bij haar erfgename Monica Kaltenschnee honderd fotorolletjes met portretfoto’s uit 1943. Ook vond hij een bijbehorend kasboek met namen en adressen. Tamara Becker en An Huitzing zochten uit wie er op die foto’s stonden. Dat resulteerde in 2017 in een boek over circa 330 van de 440 mensen op de foto’s, van wie zo’n 70% Joods was. De meesten van hen overleefden de oorlog.
In Annemie’s woonkamer vertelt Peter Kahn, die op diezelfde plek op 27 maart 1943 als zesjarige voor Annemie’s camera zat, hoe zijn ouders en hij door de oorlog heen kwamen. An Huitzing vertelt aan de hand van een aantal voorbeelden wie er in Annemie Wolffs studio kwamen, waarom zij dat deden en hoe het hen verging.