Het huis van rubberhandelaar Popke Bakker was een verzetsnest. Samen met zijn broers Albert en Sjoerd nam hij deel aan zo ongeveer alle mogelijke verzetsactiviteiten. Journalist Toni Boumans vertelt.

In dit huis was de rubberhandel van Popke Bakker. Hij had de zaak overgenomen van zijn vriend de Joodse ondernemer Van der Glas, die voorzag dat de Duitsers zijn bedrijf zouden confisceren. Ook het pand Singel 108 was onderdeel van het bedrijf. Hij was medewerker van de Vrij Nederland Groep van Henk van Randwijk en hield zich, samen met zijn broer Albert, bezig met de verspreiding van de illegale kranten en pamfletten. In het souterrain van Singel 96 werden de kranten gedistribueerd. In het pand er naast bracht Popke Joodse onderduikers onder.

De broers Popke en Albert werkten ook voor de Persoonsbewijzencentrale van Gerrit van der Veen. Zoals ook hun broer Sjoerd die de politie-uniformen maakte voor de verzetsgroep die de aanslag pleegde op het bevolkingsregister. Sjoerd werd met zijn verzetskameraden in de duinen bij Overveen geëxecuteerd. Popke werd op 7 mei 1945 door de Duitsers doodgeschoten toen hij de bevrijding vierde op de Dam. 

Journalist Toni Boumans schreef een boek over Popke en zijn familie en vertelt op 4 mei op de plek waar het allemaal gebeurde, aan ‘t Singel 96.

Foto: Stadsarchief Amsterdam