Lokale herdenkingen
De overval op SD’er Herbert Oehlschlägel
Onder leiding van SS-Sturmbannführer Willy Lages maakt de Sicherheitsdienst fanatiek jacht op de illegaliteit in Amsterdam. 
25 maart 2024 - door Erik Somers & René Kok

Het meest beruchte en gevreesde adres van Amsterdam in de oorlogsjaren is Euterpestraat 99 (nu Gerrit van der Veenstraat) in Zuid. In de voormalige meisjes-HBS waar sinds maart 1941 de Sicherheitsdienst (SD) is gehuisvest, worden verzetsmensen en Joodse Amsterdammers verhoord, gemarteld en getransporteerd naar concentratiekampen. De mededeling ‘naar de Euterpestraat’ voorspelt weinig goeds.

Onder leiding van SS-Sturmbannführer Willy Lages maakt de Sicherheitsdienst fanatiek jacht op de illegaliteit in Amsterdam. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor SD’er Herbert Oehlschlägel. Door zijn vooroorlogse werk in Nederland kent hij het bezette land veel beter dan zijn collega’s. Geraffineerd bouwt hij een uitgebreid netwerk van informanten en infiltranten op. De Duitser vormt een groot gevaar voor de illegaliteit in de hoofdstad. De leiding van het verzet besluit daarom Oehlschlägel op straat te overvallen, met chloroform te ontvoeren, uitgebreid te verhoren en vervolgens te liquideren. Gehoopt wordt dat als Oehlschlägel van het een op het andere moment om onbekende redenen verdwijnt, de SD wraakacties achterwege zal laten. De overval wordt uitgevoerd op 23 oktober 1944 laat in de middag. Op de hoek van de Beethovenstraat en de Apollolaan – op enkele honderden meters van het SD-hoofdkwartier – springen vier leden van een knokploeg uit de auto en storten zich op de SD’er. Die verzet zich hevig en schreeuwt om hulp, waarop een van de verzetsmensen hem een kogel door zijn hoofd schiet. Het viertal scheurt vervolgens weg met de auto en laat hun slachtoffer dood achter.

Keiharde represailles

SD chef Willy Lages is buiten zinnen als hij over de dood van zijn naaste medewerker wordt geïnformeerd. Hij besluit tot een keiharde represailles. In de ochtendschemering van 25 oktober 1944 worden 29 willekeurige mannen die op verdenking van verzetsactiviteiten in voorarrest in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans zijn opgesloten met vrachtwagens naar de Apollolaan gebracht. Dicht bij de plek van de aanslag worden de mannen voor de schuilkelder in het plantsoen opgesteld. Onder hen de 18-jarige scholier Abraham Bijland. Hij is uit de Weteringschans meegenomen omdat zijn vader in het verzet actief is. Buurtgenoten die gedwongen worden naar het afschuwelijke tafereel toe te kijken, vertellen later dat de jongen in zijn wanhoop schreeuwt om zijn moeder. Na de executie blijven de lichamen ter afschrikking nog twee uur liggen. Dan worden ze naar het crematorium Driehuis Westerveld bij Velsen gebracht, waar hun as wordt uitgestrooid. De gemeente Amsterdam zal later de rekening toegestuurd krijgen. De radeloze en ontroostbare familieleden ontvangen slechts de ringen die de mannen droegen.

Mei 1945. Bloemenhulde plaats op de Apollolaan van de fusillade (bron: NIOD Beeldbank WO2)
Het monument van Jan Havermans

Op de dag van de Duitse overgave, 5 mei 1945, leggen tientallen mensen bloemen op de plek waar de 29 medeburgers zijn doodgeschoten. Ze laten zich niet weerhouden door het feit dat Duitse soldaten op dat moment nog gewapend rondrijden: het zal nog drie dagen duren voordat de Canadezen via de Berlagebrug als bevrijders de stad binnenkomen. Op de plaats van de executie wordt een eenvoudig monumentje geplaatst dat bestaat uit een aarden verhoging met daarop een bloemenperkje.

Op 25 oktober 1952 wordt tijdens een sobere plechtigheid op de Apollolaan het  monument van Jan Havermans onthuld, genaamd ‘Verzetsgroep’. De beeldengroep bestaat uit drie bronzen mannen op een lage sokkel die, zoals de kunstenaar beoogde, staan voor verbetenheid, vastberadenheid en berusting. Elk jaar worden op 4 mei bij het monument de doden herdacht. Op 8 april 2020 is aan het verzetsmonument een plaquette toegevoegd met namen van de 29 slachtoffers.

Erik Somers Historicus bij het NIOD
Dr. Erik Somers is historicus en promoveerde in 2014 aan de UvA op het proefschrift 'De oorlog in het museum. Herinnering en verbeelding'.
René Kok Beeldonderzoeker bij het NIOD
René Kok is beeldonderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies.
Website by HOAX Amsterdam