Het landelijke Zunderdorp ten noorden van Amsterdam telde tijdens de oorlogsjaren amper 400 inwoners. In de traditionele dorpsgemeenschap speelde het christelijke geloof een belangrijke rol. De gedenkplaat voor twee verzetsslachtoffers uit het dorp is dan ook geplaatst tegen de buitenmuur van de protestantse kerk. Daarop de namen van D.C. de Graaf, overleden op 54-jarige leeftijd in het concentratiekamp Neuengamme en C. Hoeve op 1 januari 1945 omgekomen in kamp Mauthausen, oud 55 jaar. De begeleidende tekst luidt: ‘Ter nagedachtenis aan onze dorpsgenoten die hun leven hebben gegeven voor het vaderland, opdat anderen in vrijheid zouden leven’. Op de jaarlijkse, kleinschalige 4 mei herdenking worden met deze twee dorpsgenoten alle slachtoffers herdacht die tijdens de jaren van oorlog en bezetting zijn omgekomen.
Dirk Cornelis de Graaf woont aan de Broekergouw in Zunderdorp. Hij handelt in brandstof en neemt daarnaast klussen als vee-transporteur aan. Dorpsgenoot Cornelis Hoeve runt een transportbedrijf. Beide vrienden zijn tijdens de Duitse bezetting al vroeg in betrokken bij de verzetsorganisatie Legioen van Oud-Frontstrijders (LOF). Deze illegale groepering helpt oud-militairen naar Engeland te ontkomen om vanuit daar de strijd tegen Hitler-Duitsland voort te zetten.
In 1941 hebben Dirk en zijn vrouw Cornelia een onderduiker in huis, die naar Engeland wil reizen. In het diepste geheim bereiden de beide verzetsmannen de overtocht voor die in het gezelschap van andere Engelandvaarders zal plaatsvinden. Een eenvoudig motorbootje wordt zeewaardig gemaakt. Het vaartuig moet worden ingekort om zo onopvallend mogelijk in een gesloten vrachtwagen te kunnen vervoeren. Een verzetsrelatie tapt benzine af in de werkplaats van het Amsterdamse gemeentevervoerbedrijf (GVB).
Cornelis Hoeve kent dicht de duinen van Callantsoog een boer die bereid is de boot in zijn schuur te verbergen. De eerste poging de overtocht te maken, mislukt omdat de trailer met het vaartuig in een sloot terecht komt. Op 17 september 1941 vindt een tweede poging plaats. Nu wordt gebruik gemaakt van een kar met paard Nadat een Duitse kustpatrouille listig wordt afgeleid, bereiken ze ongezien het strand. In het donker wordt de boot naar de branding getrokken en gaan de vijf mannen aan boord. Cornelis geeft hun nog haastig een zelfgemaakt Edammer kaasje mee met het verzoek dat bij aankomst in Londen aan koningin Wilhelmina te overhandigen.
Op de Noordzee koerst het bootje richting het westen, maar voortvarend gaat het niet. Het lukt de opvarenden pas na enige tijd het onderstel waarmee de boot is vervoerd los te maken. Bij het ochtendgloren vliegen drie toestellen van de Luftwaffe over. Het vaartuig blijft gelukkig onopgemerkt. Even later komen ze een vissersboot tegen. Het blijkt een Noors schip met aan boord eveneens Engelandvaarders, dat al elf dagen rondzwalkt na door een Duits vliegtuig te zijn beschoten. Aan boord bevinden zich een dode en een gewonde. Het weinige drinkwater dat de Nederlanders hebben wordt met Noren gedeeld.
De tocht gaat verder. Op de derde dag worden ze uiteindelijk opgepikt door een Engelse mijnenveger. Nadat ook het Noorse schip uit haar benarde situatie is gered, bereiken ze Engeland. In Londen krijgt de koningin de Edammer kaas van Cornelis Hoeve overhandigd.
Drie maanden na de geslaagde overtocht, op 3 december 1941, arresteren de Duitsers Dirk de Graaf en Cornelis Hoeve. Alles wijst erop dat er verraad in het spel is. Beiden worden afgevoerd naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Dirk wordt van daaruit overgebracht naar het concentratiekamp Neuengamme, waar hij 23 november 1942 overlijdt. Cornelis Hoeve komt via de kampen Amersfoort en Vught in mei 1944 in het concentratiekamp Dachau terecht. Vervolgens wordt hij overgebracht naar het beruchte nazi-kamp Mauthausen in Oostenrijk, waar hij bloedvergiftiging oploopt en op 1 januari 1945 overlijdt.
Dr. Erik Somers is historicus en promoveerde in 2014 aan de UvA op het proefschrift 'De oorlog in het museum. Herinnering en verbeelding'.
René Kok is beeldonderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies.