Lokale herdenkingen
Herdenken en herinnering
‘Als je je kon herinneren wat ik me herinner, zou je het begrijpen’, Elie Wiesel.
25 maart 2024 - door Erik Somers & René Kok

Om de bewoners van Amsterdam-Buitenveldert een plek te bieden jaarlijks op 4 mei de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken, werd om 2014 in overleg met het 4 en 5 mei comité Buitenveldert een monument geplaatst op het Ontmoetingseiland in het Gijsbrecht van Aemstelpark. Het monument van kunstenaar Mischa Rakier herdenkt alle Nederlandse oorlogsslachtoffers in verleden, heden en toekomst. Er wordt daarbij stilgestaan bij het universele karakter van vervolging, onderdrukking en terreur. 

Het monument, ook wel ‘Herdenken en herinnering’ genoemd, heeft de vorm van een liggende diamant. In de gordel van de diamantvorm is rondom een doorlopende tekst aangebracht die de kern van het gedenkteken vorm: If you could remember what I remember you would understand (‘Als je je kon herinneren wat ik me herinner, zou je het begrijpen’). Het is een zin uit de toespraak van schrijver Elie Wiesel bij het in ontvangst nemen van de Nobel Prijs voor de Vrede op 10 december 1986 in Oslo. Zijn hele leven heeft Wiesel, zelf slachtoffer van de Holocaust, geijverd voor het levend houden van de herinnering aan de moord op zes miljoen Joden en de strijd tegen antisemitisme. Getuigenis afleggen waartoe de mens in staat is, was in zijn ogen hét antwoord op wegkijken en onverschilligheid. 

Elie Wiesel wordt in 1928 in het Roemeense (later Hongaarse) Sighet geboren in een orthodox-Joods gezin. Zijn vader heeft een kruidenierszaak. In 1944 deporteren de nazi’s ook de Hongaarse Joden naar concentratiekampen. Elie wordt met zijn vader en drie zussen naar het vernietigingskamp Auschwitz afgevoerd. Bij aankomst is hij er getuige van hoe zijn moeder en jongste zusje direct naar de gaskamer worden gestuurd. Zelf ontkomt hij aan dat lot omdat hij samen met zijn vader in een buitenkamp van Auschwitz tewerk wordt gesteld. Elie krijgt het registratienummer A-7713 op zijn arm getatoeëerd. Tegen het einde van de oorlog wordt hij in een zogenoemde ‘dodenmars’ naar het concentratiekamp Buchenwald in het oosten van Duitsland gestuurd. Daar aangekomen ziet hij zijn uitgeputte vader sterven na te zijn mishandeld door een SS’er. Samen met twee van zijn zussen en 21.000 andere gevangenen, waaronder duizend kinderen, overleeft hij de kampverschrikkingen. Een fotograaf van het Amerikaanse leger fotografeert hem in Buchenwald in een overvolle barak: een iconische foto.

Elie Wiesel ( 1928-2016)
Concentratiekamp Buchenwald, 11 april 1945. Een Amerikaanse legerfotograaf fotografeert Elie Wiesel (Omcirkeld) in een overvolle barak. (BRON: BeeldbankWO2/NIOD)

Na de oorlog komt Wiesel in Frankrijk terecht, waar hij gaat studeren. Lang weigert hij over de oorlog te praten maar op aandrang van Nobelwinnaar voor Literatuur, François Mauriac zet hij zijn gruwelijke herinneringen op papier ‘om zo de wereld een geweten te geven’. In zijn bestseller La Nuit (‘De Nacht’) vraagt Wiesel zich af waarom de geallieerden niets deden om de treinen naar de vernietigingskampen door luchtaanvallen te stoppen. Ook stelt hij de prangende vraag hoe God zwijgzaam kon toekijken toen zes miljoen onschuldige mensen werden vermoord.

In 1955 emigreert Wiesel naar de Verenigde Staten. In de jaren 80 is hij nauw betrokken bij de bouw van het ‘United States Holocaust Memorial Museum’ in Washington. In 1986 ontvangt Eli Wiesel de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn strijd tegen geweld, onderdrukking en racisme. De jury roemt hem als ‘een boodschapper voor de mensheid’. 

Erik Somers Historicus bij het NIOD
Dr. Erik Somers is historicus en promoveerde in 2014 aan de UvA op het proefschrift 'De oorlog in het museum. Herinnering en verbeelding'.
René Kok Beeldonderzoeker bij het NIOD
René Kok is beeldonderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies.
Website by HOAX Amsterdam