Er is bewust voor de vrije zaterdagmiddag gekozen zodat zoveel mogelijk buurtgenoten aanwezig kunnen zijn. Het gedenkteken is een bronzen beeld van een feniks op een driehoekige steen, ontworpen door kunstenaar H.J.J. Dannenburg. De feniks is een mythische vogel die zichzelf verbrandt en dan uit zijn eigen as wordt herboren. Het monument is een eerbetoon aan de bewoners van Noord die in de oorlogsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen, maar staat met het symbool van de herrezen feniks ook voor het herstel en de wederopbouw van het door bombardementen en ander oorlogsleed getroffen deel van de stad. De heer W. Overdiep, die bij een Engels bombardement in 1943 zijn vrouw en vijf kinderen verloor, onthult het gedenkteken door een laken weg te trekken: een emotioneel moment. Na een rede van burgemeester d’Ailly wordt namens de gemeente Amsterdam aan de voet van het gedenkteken een grote krans gelegd. Vertegenwoordigers van het ‘Comité Amsterdam Noord’, het Verenigd Verzet, voetbalvereniging De Volewijckers, marktkooplieden en verschillende buurtverenigingen leggen bloemen neer.
De gedachten van veel aanwezigen gaan uit naar 17 juli 1943. Die ochtend voeren 21 Amerikaanse bommenwerpers een aanval uit op de voor de Duitse
oorlogseconomie belangrijke Fokkerfabrieken in Amsterdam-Noord. Het zicht is slecht en een aantal toestellen besluit om te keren. De bommenwerpers die wel tot actie overgaan, werpen gehaast op veel te grote hoogte hun bommenlast af en missen doel. Het woongebied in de wijde omgeving van de Bloemenbuurt, de Van der Pekstraat en het Mosveld wordt zwaar getroffen door de inslaande bommen. De St. Ritakerk aan het Hagedoornplein, waar vijfhonderd kinderen zich na het horen van het luchtalarm hebben verzameld, wordt geraakt, met elf doden als gevolg. Een andere ongelukstreffer komt in de overvolle wachtkamer van een huisarts terecht op de Meeuwenlaan 263; 29 patiënten vinden de dood. In totaal komen die zaterdagochtend 185 mensen om het leven. De ravage is enorm: honderddertig panden zijn onherstelbaar verwoest. Daar blijft het niet bij. Britse luchtaanvallen op de Fokkerfabriek op 25 juli en 29 juli 1943 en 28 juli kosten nog eens aan 21 mensen het leven. Het dodental in het zwaar getroffen stadsdeel komt daarmee op 206.
Bij de herdenking op het Mosplein worden ook andere slachtoffers uit Noord herdacht, onder wie buurtbewoner bakker Jacob Kors van de Hoekschewaardenberg. In juli 1942 pakt de Duitse politie hem op omdat hij als communist bekend staat. Op 12 oktober dat jaar wordt de bakker op de Leusderheide gefusilleerd als represaille voor acties van het Nederlandse verzet. Herdacht wordt ook Willem Schreuder, medewerker van een stoomwasserij. Hij vlucht op 24 februari 1945 tijdens een Duitse razzia in het kader van de Arbeidsinzet het IJbos (nu: W.H. Vliegenbos) in. Een lid van de Duitse politie (Grüne Polizei) schiet hem dood.
Als het Mosplein ten behoeve van woningbouw in 2015 opnieuw wordt ingericht, krijgt de Phoenix een nieuwe plek in een plantsoen aan de Kamperfoelieweg/hoek Azaleastraat.
Uitgelichte foto: Ravage luchtaanval op Amsterdam Noord 17 juli 1943. (Bron: NIOD Beeldbank WO2)
Dr. Erik Somers is historicus en promoveerde in 2014 aan de UvA op het proefschrift 'De oorlog in het museum. Herinnering en verbeelding'.
René Kok is beeldonderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies.