Lokale herdenkingen
Het Centraal Station
Het Centraal Station in Amsterdam kent een roerige oorlogsgeschiedenis, met als dieptepunt de nacht van 14 op 15 juli 1942.
25 maart 2024 - door René Kok & Erik Somers

Op de avond van de veertiende juli maken honderden Joden in Amsterdam zich op voor een onheilspellende reis. Tien dagen eerder hebben zij een groene oproepkaart ontvangen. Ze moeten zich melden op het Centraal Station. Het gaat om ‘tewerkstelling in het Oosten’. Maar waarom worden dan ook bejaarden en kinderen opgeroepen, vraagt men zich vertwijfeld af. Om middernacht gaat de Sperr-tijd in. Niemand mag zich op straat begeven. Voor Joden die gehoor geven aan de oproep geldt het niet. Het is muisstil op straat en door de verduisteringsmaatregelen angstig donker. In tientallen woningen spelen zich hartverscheurende taferelen af. Soms vertrekken hele gezinnen, soms een enkele familielid. Het is niet toegestaan hen weg te brengen. Buren zwaaien naar de schimmen die langs de huizen lopen. Op dit nachtelijk uur zijn extra trams ingezet. Amsterdamse politieagenten draaien overuren om de operatie in goede banen te leiden. 

Verzamelpunt is het Centraal Station. Daar staat een lange rij Grüne Polizei en Nederlandse politie. In totaal arriveren tussen twaalf en twee uur ’s nachts 985 mensen bij het verlaten station. Bepakt en Bezakt worden de hoge trappen naar het perron beklommen. Twee personentreinen van de Nederlandse Spoorwegen staan klaar. Duitse soldaten duwen weinig zachtzinnig de mensen met hun bagage de treinen in. Om 2.16 vertrekt de eerste trein, twintig minuten later de tweede.

De bestemming is het station van het Drentse Hooghalen waar zich het doorgangskamp Westerbork bevindt. Na een voettocht naar het verderop gelegen kamp, vindt hier de registratieplaats. Daarna keert iedereen weer terug naar het station. Op het perron is de chaos groot. Als om half negen de laatste deur gesloten en vergrendeld is, vertrekt de eerste deportatietrein uit Nederland. Twee dagen later zal het transport het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz in Polen bereiken. Vele treinen zullen de komende jaren volgen.

Centraal Station met Duitse propaganda aan de gevel, 5 augustus 1941juni 1941. (Foto: A.Hustinx, NIOD Beeldbank WO2)

Op het Centraal Station in Amsterdam begon de daadwerkelijke deportatie van de Joden, die uiteindelijk voerde naar de vernietiging. Het gedenkteken op de muur in het midden van het eerste perron refereert indirect aan deze Jodentransporten, maar herdenkt in de eerste plaats alle slachtoffers onder het personeel van de Nederlandse Spoorwegen. De grote plaquette vermeldt de namen van 49 werknemers die hun leven tijdens de bezetting verloren. 31 van hen werden vermoord vanwege hun Joodse afkomst. Ook zij werden per trein van de NS afgevoerd naar de concentratie- en vernietigingskampen in ‘het oosten’. 

Enkelen lieten het leven terwijl ze actief waren als verzetsstrijder, zoals leerling-machinist Theo Roest van Limburg. Hij woont in de Jan Eijkenstraat in Amsterdam en is net als zijn vader actief in het verzet. Als koerier voert hij regelmatig opdrachten uit voor zijn vader, vaak ook buiten de stad. Op 7 januari 1945 wordt Theo erop uitgestuurd voor een gevaarlijke opdracht in het midden van het land. Hier ligt het frontgebied tussen Duits bezet gebied en het inmiddels al bevrijde Zuiden van het land. Samen met mannen van een verzetsgroep uit Zaltbommel zal Theo die nacht een dubbele crossing over de Waal in het Land van Maas ondernemen. De jonge NS’er moet aan de Nederlandse autoriteiten in bevrijd gebied informatie overbrengen over het doorbetalen van salarissen en loon van het sinds september 1944 stakende spoorwegpersoneel. De operatie lijkt geslaagd. Maar op de terugtocht over de rivier steekt een sneeuwstorm op. De roeiboot slaat om en alle zes opvarenden verdrinken. Zo ook Theo Roest van Limburg, pas 22 jaar oud.

Uitgelichte afbeelding: Centraal Station, 30 april 1941. Brandstofschaarste, taxi met paard. (Foto: A.Hustinx, NIOD Beeldbank WO2)

René Kok Beeldonderzoeker bij het NIOD
René Kok is beeldonderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies.
Erik Somers Historicus bij het NIOD
Dr. Erik Somers is historicus en promoveerde in 2014 aan de UvA op het proefschrift 'De oorlog in het museum. Herinnering en verbeelding'.
Website by HOAX Amsterdam